header-bow

Armoede in de school: Ouders en leerlingen steunen elkaar op het Pieter Nieuwland College

Een werkweek naar het buitenland, een cultureel uitstapje of de aanschaf van een ipad… dat zijn de momenten waarop armoede zichtbaar wordt, vertelt Wil Raeven. Hij is oud-rector van het Amsterdamse Pieter Nieuwlandcollege en voorzitter van De Tammo Stichting die de leerlingen van die school financieel ondersteunt. Een initiatief van ouders.

Initiatief van ouders

Het is intussen traditie: de afzwaaiend rector van het Pieter Nieuwland College wordt voorzitter van De Tammo Stichting. Die stichting werd in 1999 opgericht door de ouders van Tammo Waalewijn, een leerling van de school die plotseling overleed. Tammo’s ouders zagen hoeveel plezier hun kind beleefde aan de school en ook aan alle extra’s in het onderwijsprogramma, maar ook dat niet alle leerlingen konden deelnemen vanwege armoede. De stichting is er om leerlingen te ondersteunen die niet mee kunnen doen met activiteiten omdat daar thuis de middelen niet voor zijn.

“Als rector is je belangrijkste doel: gelijke ontwikkelingskansen”, vertelt Raeven, die als rector zag gebeuren dat niet elke leerling zonder problemen mee op werkweek kon. “Dus dan laat het je niet onberoerd als kinderen niet mee kunnen doen. En ik steek ook niet zo in elkaar dat ik dan achterover ga leunen. Álle kinderen moeten kunnen meedoen, ongeacht hun thuissituatie.”

Geven en ontvangen

De kas van de Tammo Stichting wordt gevuld door ouders, (oud)-medewerkers en leerlingen. De laatsten houden elk jaar een sponsorloop op de Goed Doen Dag. Het Pieter Nieuwland College is een school met leerlingen van diverse herkomsten en sociale achtergronden. Raeven: “De één kan geven en de ander mag ontvangen. Het is  een  christelijke school waar affiniteit is met de zeven werken van barmhartigheid, dat spreekt mensen aan.”

Geld mag geen blokkade zijn

Als de Tammo Stichting bijspringt, gaat het altijd om activiteiten waar geen bekostiging van het ministerie tegenover staat. “Ja, natuurlijk kun je stellen dat wat de school organiseert, de school ook maar moet betalen”, zegt Raeven daarover, “maar dat is al te kort door de bocht: we hebben goede onderwijskundige argumenten waarom uitwisselingsprogramma’s, digitale leermiddelen en werkweken voor de leerlingen  belangrijk zijn. Het draagvlak daarvoor is groot. Ouders dragen bij en waar het niet kan, mag geld geen blokkade voor deelname zijn.”

Niet zomaar geven

En soms kom je dan dus in de situatie dat ouders, altijd met schaamte, zich bij je melden. De deur wordt niet platgelopen. Als mensen zich melden is de nood behoorlijk hoog. Raeven: “We geven niet zomaar geld. De stichting bekijkt wat iemand zelf nog kan doen en of er dan nog wat aangevuld moet worden. We laten de verantwoordelijkheid bij degene die vraagt, we nemen het niet uit handen. Dat helpt om iemands eigenwaarde overeind te houden. We gaan mensen niet zielig vinden, medelijden uitstralen, maar kijken wat we samen kunnen doen.”

deel op facebook