header-bow

Tip 1

Iedereen betrekken

De schoolomgeving biedt veel gelegenheid voor het voeren van collectieve gesprekken over thema’s die de school, alle kinderen en ouders aangaan. Bijvoorbeeld over de aanpak van pesten. De leerlingen kunnen actief met thema’s aan de slag door de gesprekken voor te bereiden of door presentaties te geven. Ook ouders raken hierdoor betrokken bij de thema’s. De input uit deze collectieve gesprekken wordt vervolgens gebruikt in het opstellen van het schoolbeleid.

Tip 2

Leer van elkaar

Ingezonden tip: Organiseer op school ook eens een gesprek over opvoeding. Dit houdt het gesprek tussen ouders en school gaande en hierdoor kan iedereen leren van de wijsheden en ervaringen van mede-ouders.

Tip 3

Ontspannen sfeer

Gesprek gepland? Zorg dat de plek waar een gesprek wordt gevoerd voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig is. Een leuk zitje, koffie, thee en koekjes op tafel. Dat helpt bij het creëren van een ontspannen sfeer. Zorg ook voor voldoende tijd. Nog niet alles besproken? Dan is het goed om direct een nieuwe afspraak te plannen.

Tip 4

Ontmoeten

Gezamenlijke bijeenkomsten van school, ouders en leerlingen dragen bij aan het gevoel van saamhorigheid. Inloopochtenden, een openingsbijeenkomst bij de start van een nieuw schooljaar, een feestelijk welkom voor brugklassers en hun ouders of andere vieringen zijn een goede gelegenheid om elkaar regelmatig en informeel te ontmoeten. Zo is op school aan alles te merken dat leerlingen, ouders en leraren welkom zijn. Iedereen doet ertoe.

Tip 5

Uitnodigen

Door de leerling zijn of haar ouders uit te laten nodigen voor activiteiten op school creëer je een grotere opkomst. Via de leerling wordt direct het belang duidelijk: het gaat om de leerling. In het basisonderwijs kun je dit bijvoorbeeld doen met een mooie kaart, in het voortgezet onderwijs bijvoorbeeld via Magister.

Tip 6

Relatie opbouwen

Investeren in een goede onderlinge relatie in ‘vredestijd’ werkt! In het startgesprek is de basis hiervoor gelegd. De leraar onderhoudt het contact met ouders in een positieve sfeer. Bijvoorbeeld met een berichtje naar de ouders over een mooi resultaat van de leerling. Ouders kunnen dan trots zijn op hun kind. Hierdoor groeit wederzijds vertrouwen. In gevallen waarin moeilijke zaken tussen ouders en school worden besproken, kan de leraar terugvallen op de eerder gelegde relatie.

Tip 7

Meer dan kennis alleen

Het is zinvol om de tijd te nemen voor een gesprek over de waarden die school en ouders kinderen mee willen geven vanuit opvoeding en onderwijs. Door samen na te denken over de vraag wat kinderen vandaag nodig hebben voor een goede toekomst, verdiept zich ook het contact tussen school en ouders.

Tip 8

Startgesprek

Om elkaar beter te leren kennen is er aan het begin van elk schooljaar een startgesprek tussen leerling, ouders en de leerkracht of mentor. Tijdens dit gesprek delen ouders waardevolle en belangrijke informatie over hun kind. Ook de leerling krijgt alle ruimte om zijn of haar eigen verhaal te delen. Zo krijgt de leraar een beeld van wat er speelt en wat er nodig is. Dit is de basis voor goede en reële afspraken tussen ouders, leerling en de leerkracht of mentor.

Tip 9

In gesprek met leerling en ouders

Betrek de leerling bij een gesprek tussen ouders en leerkracht. VO leerlingen kunnen een centrale rol vervullen in het gesprek. Maar dit kan ook al bij een kleuter: al speelt hij elders in de ruimte, hij voelt dat zijn ouders en de leerkracht ‘bij elkaar horen’ en dat geeft vertrouwen. Als het echt nodig is kunnen school en ouders een afspraak maken zonder aanwezigheid van de leerling.

Tip 10

Loopbaanoriëntatie en – begeleiding

Het thema loopbaanoriëntatie en – begeleiding is bij uitstek een thema van leerlingen, ouders en school. Het draait hierbij om een goede samenwerking en wederzijdse betrokkenheid. Het onderlinge gesprek gaat namelijk over de toekomst van de leerling, wat deze daarvoor wil doen en wat hij of zij van ouders en school nodig heeft. Voor ouders gaat het toekomstige beroepenveld van hun kind hierdoor meer leven.

‘Mijn dochter was jarig in de vakantie. Ze trakteert vandaag.’