header-bow

De ouder is een uitdagende partner

De school moet hun kind natuurlijk goed leren lezen, schrijven en rekenen. Maar ze moet het ook leren autonoom te zijn én een sociaal gevoel te ontwikkelen. Daarbij mag het ene niet ten koste gaan van het andere. “Ouders willen eigenlijk alles”, concludeert Ton Bernts, directeur van Kaski. Dat onderzocht in opdracht van Verus de visie van ouders op brede onderwijskwaliteit.

De vier belangrijkste conclusies uit het onderzoek:

  1. Ouders willen een onderwijskwaliteit die breed is: naast kwalificatie werkt de school aan persoonsvorming en socialisatie.
  2. Autonomie en sociaal gevoel zijn de belangrijkste opvoedingsdoelen voor ouders. En ze verwachten dat de school daar ook aan werkt: dat het kind leert ‘zichzelf te zijn’, zelfstandig en weerbaar is, verantwoordelijkheid neemt én openstaat naar de samenleving
  3. Ouders maken zich zorgen over internet en social media, prestatiedruk, normvervaging en afnemende sociale cohesie. Ze zien dat die ook hun impact hebben op de school en willen hierover met de school in gesprek. Óók willen ze dat de school het gesprek hierover met hun kind voert en het weerbaar maakt.
  4. School en ouders hebben elkaar nodig. De school is soms weinig uitnodigend. Maar ouders steken ook de hand in eigen boezem: hun betrokkenheid kan omhoog.

Conflicterende opvoedingsidealen

“Je grenzen bewaken, eigen keuzes durven maken én je eens opofferen voor de ander en zorg hebben voor de samenleving. Dat conflicteert natuurlijk nog weleens met elkaar”, reageert adviseur Ouderbetrokkenheid Monica Neomagus op het rapport. “Heb uw naaste lief als uzelf, dat zien ouders eigenlijk als opvoedideaal. Ze stellen autonomie boven conformisme en sociaal gevoel boven ambitie.

Die balans tussen zelfzorg en zorg voor de ander(en) is ook één van de belangrijkste levensthema’s.”

Explicieter pedagogisch plan

Deze kennis verdient een plekje in de pedagogische plannen van scholen, vindt Neomagus. “Hun pedagogische waarden mogen scholen wel wat explicieter maken”, vindt Bernts. “Ze kunnen benoemen hoe ze omgaan met autonomie en sociaal gevoel.”

Evenals Neomagus is Bernts van mening dat er over dit soort zaken een gesprek moet zijn tussen school en ouders. “Ouders vinden de school weleens weinig toegankelijk. Tegelijkertijd begrijpen ze dat het voor scholen niet gemakkelijk is om optimaal aandacht aan hun kind te besteden vanwege bijvoorbeeld de grootte van klassen en het onderwijsprogramma dat gewoon doorlopen moet worden.”

Leidende rol voor de school

Bernts: “Ouders steken ook wel hand in eigen boezem hoor. Ze zien dat ze niet alleen klant maar ook partner moeten zijn. Als het gaat om ouderparticipatie mag  de animo best wat hoger. . De school mag daarin een leidende rol nemen. De leraren zijn de professionals en hun werk vereist een dialoog met de ouders.”

Wensenlijstjes naast elkaar

Bottom line is: iedere ouder wil dat zijn kind gezien wordt zoals hij/zij is. Neomagus: “Ze hebben heel veel waardering voor leerkrachten en mentoren die dat echt kunnen en veel kritiek op mensen in het onderwijs die dat volgens hen niet of onvoldoende doen.”

De ouder is een uitdagende partner. “De wensenlijstjes zijn divers, maar door samen in gesprek te gaan over wat er nodig is voor een ‘gelukt en gelukkig leven’ blijkt de zorg en hoop van al die ouders niet zoveel te verschillen. schetst Neomagus de praktijk. “Goed als scholen deze gesprekken agenderen en ouders zich ook uitgenodigd voelen om eraan deel te nemen.

Wilt u meer weten over dit onderzoek? Neem contact op met Monica Neomagus